FEEST VAN DE ONTMOETING VAN ONZE HEER EN GOD EN VERLOSSER JEZUS CHRISTUS
Goddelijke Liturgie om 10.00u
Gelegenheid tot het sacrament van de biecht vanaf 9.30u.
Gelieve de priester vooraf te verwittigen.
Lezingen:
Apostellezing: Heb. 7,7 – 17
Evangelielezing : Lucas 2, 22 -40 (Feestevangelie)
Hebr.7,7-17
(7)en niemand kan ontkennen dat de mindere altijd gezegend wordt door de meerdere. [8] Bovendien zijn het in het ene geval sterfelijke mensen die tienden krijgen, in het andere is het iemand van wie de Schrift getuigt dat hij leeft. [9] Men zou zelfs kunnen zeggen dat Levi, die het recht heeft om tienden te heffen, zelf tienden heeft betaald in de persoon van Abraham: [10] want hij was nog in de lendenen van zijn voorvader, toen Melchisedek hem tegemoet ging.
[11] Wanneer de volmaaktheid was gekomen door het Levitische priesterschap – en op deze basis heeft het volk toch de wet ontvangen – waarom was het dan nog nodig dat er een andere priester zou komen, een priester op de wijze van Melchisedek en niet op de wijze van Aäron? [12] Want uit een verandering van priesterschap volgt onvermijdelijk een verandering van wet. [13] Degene* van wie hier sprake is, behoorde tot een andere stam, waarvan nog nooit iemand toegang had tot het altaar; [14] het is algemeen bekend dat onze Heer is voortgekomen uit Juda, een stam die Mozes in zijn bepalingen over de priesters niet heeft vermeld. [15] Dit wordt nog veel duidelijker, wanneer wij bedenken dat als evenbeeld van Melchisedek een nieuwe priester opstaat, [16] die niet op grond van een wettelijk vereiste afstamming priester is geworden, maar uit kracht van een onvergankelijk leven. [17] Want op Hem slaat het getuigenis: U bent priester voor eeuwig, op de wijze van Melchisedek. [18] Het bestaande voorschrift werd
Evangelie : Lucas 2,22-40
Jezus in de tempel. Simeon en Hanna
[22] Toen* de tijd gekomen was dat zij zich volgens de wet van Mozes moesten reinigen, brachten ze Hem naar Jeruzalem om Hem aan te bieden aan de Heer, [23] zoals in de wet van de Heer geschreven staat: Al het mannelijke dat de moederschoot opent, zal de Heer worden toegewijd, [24] en om een offer te brengen, volgens de wet van de Heer: een koppel tortels of twee jonge duiven.
[25] Daar in Jeruzalem woonde een zekere Simeon; het was een rechtvaardige en vrome man; hij verwachtte de vertroosting van Israël en op hem rustte heilige Geest. [26] Door de heilige Geest was hem geopenbaard dat hij de dood niet zou zien voordat hij de Messias van de Heer had gezien. [27] Door de Geest geleid ging hij naar de tempel. Toen de ouders het kind Jezus binnen brachten om met Hem te doen wat volgens de wet gebruikelijk is, [28] nam hij Hem in zijn armen en loofde God met de woorden: [29] ‘Nu,Meester,laat U,zoals U gezegd hebt, uw knecht in vrede gaan; [30] want mijn ogen hebben uw heil gezien, [31]dat U ten aanschouwen van alle volken hebt toebereid, [32]een licht dat een openbaring zal zijn voor de heidenen en een glorie voor uw volk Israël.'[33] Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat er van Hem gezegd werd. [34] Simeon zegende hen en zei tegen zijn moeder Maria: ‘Deze* jongen zal velen in Israël ten val brengen of laten opstaan. Hij zal een omstreden teken zijn [35] – ook door uw ziel zal een zwaard gaan – en zo zal onthuld worden wat er in veler harten omgaat.’
[36] Ook was daar de profetes Hanna, een dochter van Penuël, uit de stam Aser. Ze was hoogbejaard; na haar meisjesjaren was ze zeven jaar getrouwd geweest [37] en daarna weduwe gebleven; nu was ze vierentachtig. Ze was altijd in de tempel en diende God dag en nacht met vasten en bidden. [38] Juist op dit moment voegde ze zich bij hen; ze loofde God en sprak over de jongen tegen allen die de bevrijding* van Jeruzalem verwachtten. [39] Toen zij alles hadden gedaan wat de wet van de Heer bepaalt, keerden ze terug naar Galilea, naar hun woonplaats Nazaret. [40] De jongen groeide op en werd steeds sterker, omdat Hij vervuld werd van wijsheid* en door God rijkelijk werd begunstigd.